Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- Persoonlijk Verhaal
- “Ik weet zelfs niet of we hier wel veilig zijn”
“Ik weet zelfs niet of we hier wel veilig zijn”
Tekst: Kathleen Verbiest
Sinds de aanvallen van Hamas op 7 oktober 2023, waarbij ongeveer 1200 Israëlische burgers vermoord werden, brak de hel los in Gaza. Inmiddels is de genocide in Gaza al bijna 5 maanden aan de gang en werden al meer dan 30.000 Palestijnen vermoord. Onder de slachtoffers ook de broer van de Palestijnse vrouw die we spraken in dit interview uit ons digizine van december. Hij was slechts 23 jaar. Wij wensen R. en haar ganse familie veel sterkte toe in deze moeilijke tijden.
Het conflict in het Midden-Oosten is een erg gevoelig thema dat zijn wortels heeft in politieke beslissingen en conflicten over een tijdspanne van meer dan een eeuw. Met Femma Wereldvrouwen willen we radicaal de kant van de vrede kiezen. Wij geloven dat alle vrouwen elkaar moeten steunen en daarom veroordelen we elke vorm van antisemitisme en islamofobie.
Femma sprak met R., een Palestijnse vrouw die in 2016 vanuit Gaza naar België kwam. R. Is 41 jaar, lid van Femma Wereldvrouwen, en woont samen met haar man en drie kinderen in Vlaanderen. Wij vroegen haar wat Gaza voor haar betekent en hoe zij deze gruwelijke oorlog beleeft.
Generaties lang op de vlucht
“Om te vertellen wat Gaza voor mij betekent, moet ik mijn verhaal beginnen in 1948. In dat jaar werden mijn Palestijnse grootouders uit hun dorp verdreven door gewapende zionisten(*) die gesteund werden door het Verenigd Koninkrijk. Ze vluchtten toen naar de Gazastrook. Daar werd mijn vader geboren. Mijn vader heeft in Egypte gestudeerd, en vond daarna werk in Koeweit. Daar trouwde hij met mijn moeder, die ook uit Gaza komt. Zelf ben ik geboren in Koeweit. In 1990 brak de Golfoorlog uit en moesten we vluchten. Na heel wat omwegen zijn we toen weer in Gaza beland, waar we bij mijn grootouders gingen wonen.
Dat was een erg moeilijke tijd. Ten tijde van de Eerste Intifada (**) konden Israëlische soldaten op eender welk moment je huis binnenkomen. Dan klopten ze op de deur, en als je niet opendeed, braken ze binnen en liepen je huis in. Als kind werd je dan ’s nachts opeens wakker met een soldaat naast je bed die een machinegeweer op je hoofd richtte. Dat was ontzettend beangstigend. Of je liep op straat en dan was er opeens een gasaanval en moest je je verstoppen. Je kon ook door soldaten aangevallen worden, want ze maakten geen onderscheid tussen mannen, vrouwen of kinderen.
Een paar jaar later vond mijn vader werk in Dubai, en verhuisden we opnieuw. Tot mijn 18de heb ik in Dubai gewoond, maar toen ik verder wilde studeren, moest ik weer naar Gaza. De universiteit in Dubai was voor ons immers onbetaalbaar. We verhuisden toen naar Khan Younis, in het zuiden van de Gazastrook.
Checkpoints en stroomonderbrekingen
Dat was in het jaar 2000 en we dachten dat het relatief veilig was in Gaza. Het was rond de tijd van de Oslo-akkoorden(***) en Yasser Arafat. De situatie was beter voor de Palestijnen, er waren geen Israëlische soldaten meer op straat. Maar in 2001 begon de Tweede Intifada (****). Voor mijn studie farmaceutische zorg moest ik elke dag van het zuiden van Gaza naar het noorden reizen. Onder normale omstandigheden zou je die verplaatsing op een halfuur kunnen doen, maar omdat ik elke dag langs Israëlische checkpoints moest, kostte het me telkens drie uur om op de campus te geraken. Ik moest dus elke dag om 5 uur ’s morgens opstaan om rond 9 uur aan te komen.
Het was zeer onveilig. Als de soldaten aan de checkpoints iemand verdachten of gewoon een slecht humeur hadden, dan schoten ze. Elke dag moest ik die miserie aanzien. De jongens en mannen pakten ze nog harder aan. Die moesten soms urenlang op hun knieën op de grond zitten met hun handen op hun hoofd.
In 2005 studeerde ik af. Een jaar later werd mijn zoon geboren, en twee jaar daarna mijn dochter. Mijn oudste kinderen groeiden op in moeilijke omstandigheden. Zo waren er bijvoorbeeld altijd stroomonderbrekingen. Dan was er zes uur lang elektriciteit, en daarna twaalf uur lang niet. Of acht uur wel en veertien uur niet. Dat was tijdens de blokkade die 17 jaar zou duren. Het kraanwater in Gaza is sowieso ondrinkbaar, en er was in die tijd erg weinig te eten. In die periode waren er heel veel aanvallen. Als je naar de apotheek ging, waren er bijvoorbeeld geen luiers, medicijnen of babyvoeding. De grenzen waren gesloten, dus je kon ook niet emigreren.
“Als kind kon je ’s nachts opeens wakker worden met een soldaat naast je bed."
Elke dag een gebroken hart
In 2014 werkte ik bij de Verenigde Naties (VN) en was ik lid van het hulpverleningsteam. (Tijdens de zomer van 2014 was er een militair conflict tussen Hamas en Israël waarbij Gaza 50 dagen lang gebombardeerd werd, nvdr.) De mensen wier huizen gebombardeerd waren, zochten onderdak in schuilplaatsen of in scholen van de VN. Ik hielp hen te bevoorraden. Vaak was er geen water, of slechts een keer per dag gedurende een paar uur. Als je dan met 500 mensen dagenlang in zo’n school zit, heb je daar natuurlijk niet genoeg aan.
Daar heb ik veel leed gezien. Wij leverden medicijnen, dus dan kom je sowieso in contact met de mensen die de aanvallen hebben overleefd. Ik herinner me de gezichten van de kinderen. Ze waren allemaal getraumatiseerd. Dat komt nog harder binnen wanneer je zelf kinderen van dezelfde leeftijd hebt. Mijn hart brak elke dag. Zo zag ik een meisje van een jaar of drie. Ze kon niet spreken en ze keek de hele tijd naar de vloer. Ik dacht dat de vrouw die bij haar was haar moeder was, en ik vroeg haar waarom het kind niet sprak. Ze zei: “Ik ben verre familie van dit meisje. Ze heeft haar hele familie verloren en ze heeft het zien gebeuren. Een bombardement verwoestte het hele gebouw. Haar hele familie werd vermoord, zij is de enige overlevende. Sindsdien kan ze niet meer praten.”
Samen slapen of apart?
In die tijd hadden we in Gaza de gewoonte dicht bij de deur te slapen, en ver weg van de ramen. Het glas hadden we voor de veiligheid al uit de ramen gehaald, we hadden ze afgedekt met plastic. Maar als de muren instorten, ben je natuurlijk nog niet veilig. Als slaaproutine had je toen twee opties: ofwel sliep je allemaal samen, zodat bij een aanval iedereen samen zou sterven; ofwel sliep je apart, zodat de kans groter was dat er iemand zou overleven. Dat was het soort keuzes dat je in die tijd moest maken. Ik koos er altijd voor om samen met mijn kinderen te slapen.
Op een nacht sloeg een bom in bij de buren. Plots was er een gat in de muur, overal lagen stenen en brokstukken. Ik moest daar zo snel mogelijk weg. Ik nam mijn kinderen, toen zes en acht jaar oud, onder mijn armen en stormde met tien treden tegelijk de trappenhal van ons flatgebouw af. Ik vloog naar beneden. De angst die je dan voelt, kan je niet beschrijven. Eens op straat bleef ik maar rennen, tot mijn zoon riep: mama, stop, we zijn veilig.
In datzelfde jaar is mijn man via de Middellandse Zee naar België gevlucht. Het was een levensgevaarlijke onderneming, maar hij zei: “Als ik sterf, verandert er niets. Maar als ik in Europa geraak, dan kunnen we allemaal veilig leven.” Hij is alleen vertrokken, zodat hij enkel zijn eigen leven riskeerde. Gelukkig is hij veilig in België geraakt. Eind 2016 ben ik dan met de kinderen kunnen overkomen.
“Eens in België verwachtten mijn kinderen nog elke dag dat de stroom zou uitvallen.”
Kerstlichtjes en elektriciteit
We kwamen in België aan tijdens de kerstperiode. Ik herinner me dat nog heel goed: overal waren lichtjes, alles was zo mooi, en bovenal: het was veilig. De kinderen konden buitenspelen zonder bang te zijn, er kwam warm water uit de kraan… Het leek wel een droom. Zelf had ik dat al eens meegemaakt, omdat ik eerder in Koeweit en Dubai had gewoond, maar voor mijn kinderen was dat allemaal nieuw. “De mensen in België wonen niet normaal,” zeiden ze. “De mensen in België hebben geen schema voor stroomonderbrekingen.” Mijn kinderen verwachtten elke keer dat de stroom zou uitvallen. Ook in hun eigen kamer slapen was vreemd voor hen. Ze voelden zich niet veilig, ze wilden samen slapen. Zodat je snel de anderen kon wakker maken als je ’s nachts iets hoorde, en samen kon vluchten.
Met vijf gezinnen op straat
Mijn schoonfamilie, mijn broer, mijn tantes en hun kinderen en kleinkinderen wonen nog in Gaza. Iedereen behalve mijn moeder. Zij was op bezoek in het buitenland toen de aanvallen begonnen, en nu kan ze niet terug naar Gaza. Anders zou ze daar ook geweest zijn.
Scholen en ziekenhuizen worden gebombardeerd, ik heb heel veel kennissen, vrienden en collega’s verloren. Ik heb al dagenlang niets gehoord van mijn broer. Hij moest zijn huis verlaten, want het was daar niet veilig. Af en toe stuurt hij een sms om te laten weten dat hij nog leeft. Maar nu heb ik al een paar dagen niks van hem gehoord. Het huis van mijn tante werd gebombardeerd. Ze woonde daar met haar dochter en de gezinnen van haar vier zonen. Een kwartier voor de aanval moesten ze het huis verlaten en nu staan ze met vijf gezinnen op straat. Maar een huis kan je opnieuw bouwen. Het belangrijkste zijn de levens, dan pas de huizen.
Op dit moment moeten ze in Gaza mensen opereren zonder anesthesie. Een vriendin van me die ook in België woont, vertelde me dat haar vader aan zijn hoofd gewond raakte tijdens de laatste aanvallen. Ze hebben hem zonder verdoving moeten opereren. Dan moet het verplegend personeel je heel stevig vast houden, meer kunnen ze niet doen.
'Ik weet niet of mijn vrienden en familie veilig zijn. Ik maak me ontzettend veel zorgen.'
Praten over politiek
In de VS werden onlangs een zesjarig Palestijns jongetje en zijn moeder neergestoken. De moeder overleefde de aanval, het kind niet. Kan je je voorstellen hoe ik me daarbij voel? Ze waren Palestijnen, net als ik. Hun grootouders werden van hun land verdreven, daarna belandden ze in de VS, maar ook daar waren ze niet veilig. Ik weet niet of mijn kinderen veilig zijn op school of op de bus. Ik weet niet of mijn vrienden en familie veilig zijn. Ik maak me ontzettend veel zorgen.
We moeten durven praten over politiek. Mijn kinderen zijn vierde generatie vluchtelingen omwille van alles wat vroeger is gebeurd. Wat er in mijn leven gebeurd is, was het resultaat van politiek. Zoals de vrouw in de VS die haar kind verloor. Dat kwam door manipulatie door de media.
Ik ben bang dat ik niet dezelfde rechten heb. Ik wil iedereen laten weten dat Palestijnse levens even belangrijk zijn. Ik zwaai niet met vlaggen of symbolen, want ik zeg dit als mens. Ik wil vertellen wat ik gezien heb. Ik wil dat de mensen hun ogen openen en inzien dat wij allemaal gelijkwaardig zijn.
Respect voor ieders geloof
De mensen moeten ook begrijpen dat dit niets te maken heeft met religie. Wij willen gewoon vrij zijn in ons eigen land. Er zijn ook Palestijnse joden die protesteren. Vroeger leefden we samen in vrede, laat ons dat nu opnieuw doen. Als een joodse vrouw in Antwerpen mij uitnodigt om samen te koken of te eten, dan zal ik met plezier gaan, tenzij ze zionist is. Ik heb respect voor het geloof van een ander, dat ben ik vanuit mijn geloof verplicht. Ik zou perfect met een joodse vrouw kunnen samenleven. Wie zegt dat dit met religie te maken heeft, verdraait de feiten. Ik heb niets tegen joden. Ik ben tegen de bezetting, tegen het zionisme en tegen het bombarderen van onschuldige burgers. Is dat antisemitisme? Volgens mij niet.
Veiligheid maakt vrolijk
Hier in België hebben we drie jaar geleden nog een kindje gekregen en ik zie een heel groot verschil. Mijn jongste is zo vrolijk en open. Ze lacht zoveel. Mijn kinderen die in Palestina geboren werden, groeiden op in een heel moeilijke situatie. Daardoor zijn ze veel ernstiger. Terwijl het kindje dat hier geboren werd alleen maar aan Halloween en verjaardagsfeestjes denkt. Ze kan al een mondje Engels en ze spreekt dat met een Nederlands accent. Ik vind het mooi dat ze zo goed geïntegreerd is.
Ik ben heel dankbaar dat ik hier veilig ben en dat ik de Femmavrouwen heb. Toen ik hier eind 2016 aankwam, kende ik niemand. Ik kende de taal niet. Dat was nog voor de fusie tussen Femma en Wereldvrouwen. De groep van Wereldvrouwen heeft mij heel goed ontvangen, ze hebben mij zo goed geholpen dat ik hen op een bepaald moment als familie ben gaan beschouwen. Als je een probleem hebt, vraag je normaal gezien hulp aan je mama of zus. Die had ik hier niet, maar ik had de Wereldvrouwen. Ik kon hun alles vragen, zij waren mijn familie.
(*) Zionisten zijn ervan overtuigd dat het bijbelse “land van Israël” van het joodse volk is en dat de Palestijnen geen recht hebben om daar te wonen.
(**) De Eerste Intifada was een opstand van de Palestijnse gebieden tegen de Israëlische bezetting. Deze eerste opstand duurde van 1987 tot ongeveer 1993.
(***) De Oslo-akkoorden waren akkoorden tussen de Palestijnse bevrijdingsorganisatie PLO en Israël. De akkoorden voorzagen de oprichting van Palestijns zelfbestuur in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever, maar geen onafhankelijke Palestijnse staat.
(****) De Tweede Intifada brak uit toen bleek dat de beloften van de Oslo-akkoorden aan de Palestijnen niet werden ingelost. De opstand duurde van 2000 tot 2005.