Naaigroep Zele: “Hier leer je zowel naaien als Nederlands!”

Elke donderdagvoormiddag begeleidt coach Karine een zeer gemotiveerde en diverse groep cursisten tijdens haar naailessen. Terwijl ze naaien, schaven de vrouwen ook hun Nederlands bij.

 

Samira: “Ik ben hier als vrijwilliger: ik geef taalondersteuning en help ook bij het naaien en patronen tekenen. Een half uurtje voor de les begint, kom ik alles klaarzetten en maak ik koffie. Eerst werkte ik hier zowel op woensdag- als donderdagvoormiddag, maar nu kom ik vooral op donderdag, omdat er dan meer Arabische en Marokkaanse deelneemsters zijn.”

 

“Deze naaigroep is opgericht door ROTZ, Huis van het Kind van Zele, om de deelneemsters een kans te bieden om hun Nederlands te oefenen. Elke week komen er nieuwe woorden aan bod die te maken hebben met naaien: lesgeefster Karine maakt die lijst op en wij vertalen ze. Ook worden alle lessen ondersteund met foto’s. Op die manier leren de deelneemsters zowel naaien als Nederlands.”

 

Jamila: “Ik kom uit Madrid en woon nog maar vijf maanden in België. Ik vind de lessen heel fijn, maar Nederlands is niet gemakkelijk. In het Spaans schrijf je alles zoals je het uitspreekt, en dat is in het Nederlands anders. Ik heb me voor deze cursus ingeschreven omdat ik van naaien hou en om contact te leggen met anderen. Ik ben heel tevreden over de lessen, al heb ik wel wat last van mijn ogen - het kost me soms wat moeite om de draad door het oog van de naald te krijgen. Maar binnenkort word ik aan mijn ogen geopereerd, dus ik hoop dat het dan wat beter zal gaan.”

 

“In 1985 had ik al eens een naaicursus gevolgd in Marokko. Ik heb toen een tijd in een Nederlandse fabriek in Tanger gewerkt, waar we met grote industriële machines tassen naaiden. De naaimachines waar we hier mee werken, zijn veel moderner. Ik heb onder andere al een zakje voor juwelen gemaakt. Ja, ik ben heel blij dat ik deze cursus kan doen.”

 

Jamina: “Ik wilde graag deze cursus volgen om mijn Nederlands te oefenen en om met andere mensen in contact te komen. Ik was al in Dendermonde gaan horen waar ik Nederlands zou kunnen leren, maar er waren niet veel mogelijkheden. Ik ben dus heel blij dat ik hier Nederlands kan oefenen. Ik ken al wel veel woorden, maar praten is niet makkelijk. Gelukkig kan ik hier oefenen en fouten maken.”

 

“Net als Jamila heb ik vroeger ook in Marokko met van die grote naaimachines gewerkt. De machines waar we hier mee werken zijn digitaal en lijken me wat fragiel, ik ben soms bang dat ik iets kapot zal maken… Op het platteland in Marokko was er geen elektriciteit: die naaimachines hadden pedalen en je moest ze met je voeten aandrijven. Ik maakte daarmee op één dag een jurk. Ook deed ik toen veel handwerk: breien, haken, borduren…”

 

“Toen ik in België kwam wonen, deed ik nog steeds veel handwerk, zoals sjaals en mutsen breien voor kinderen. Maar sinds ik aan mijn hart geopereerd ben, lukt dat niet meer. Ik moet tegenwoordig twee brillen dagen: één om dichtbij te zien, en één om ver te zien. Als ik niet de juiste bril op heb, kost het fijne werk me wat meer moeite. Maar ondertussen heb ik al wel een buidelzakje, een geldbuideltje, een zakdoekje en een potloodrol gemaakt!”