Kruimelpad
- Home
- Alle Artikels
- Wie zorgt, verdient ook pensioenrechten
Wie zorgt, verdient ook pensioenrechten

Zorg mag geen blinde vlek blijven in het zomerakkoord
De federale regering stelde in juli 2025 een nieuw pensioenpakket voor in het kader van het zomerakkoord. De hervorming wil het pensioenstelsel betaalbaar en eerlijker maken. Maar wie de voorstellen bekijkt vanuit het perspectief van vrouwen, merkt vooral dat bestaande ongelijkheden in stand worden gehouden of zelfs versterkt.
De hervorming vertrekt opnieuw vanuit een norm: de voltijdse, ononderbroken loopbaan. Maar dat ideaal is voor veel vrouwen, en zeker voor vrouwen in precaire omstandigheden, niet haalbaar.
De cijfers spreken voor zich
Vandaag ontvangen vrouwen in België gemiddeld 31,9% minder pensioen dan mannen. Dat verschil komt er niet toevallig.
Vrouwen werken vaker deeltijds (42,5% tegenover 11,8% van de mannen), nemen meer zorg op, en hebben daardoor minder stabiele of kortere loopbanen. De gemiddelde loopbaan van vrouwen bedraagt 36,6 jaar, bij mannen is dat 42,2 jaar.
Bovendien bestaat 37% van de vrouwelijke loopbaan uit gelijkgestelde periodes (zoals zorgverlof, werkloosheid of ziekte), tegenover 30% bij mannen.
In plaats van deze structurele ongelijkheid aan te pakken, vertrekken de nieuwe maatregelen opnieuw van een voltijdse norm, waardoor vrouwen met zorgverantwoordelijkheden opnieuw uit de boot dreigen te vallen.
Onzichtbare zorgarbeid wordt niet gecompenseerd
De hervorming erkent formeel zorgverlof (zoals ouderschapsverlof) als een periode die meetelt voor pensioenopbouw. Dat is positief, maar tegelijk beperkt. Veel vrouwen konden in het verleden geen gebruik maken van dat verlof: het bestond nog niet, was financieel niet haalbaar, of was onbekend.
Toch namen zij wel degelijk zorgtaken op, vaak op eigen kosten, en zonder pensioenrechten op te bouwen. Die historische achterstand blijft met deze hervorming onaangeroerd. De overheid erkent dus enkel zorg die in een formeel kader past, en laat wie jarenlang informeel heeft gezorgd – vaak uit noodzaak – opnieuw achter met een lager pensioen.
Het bonus-malusmodel vergroot de kloof
De hervorming voorziet een systeem van beloning en bestraffing. Wie langer blijft werken dan de wettelijke pensioenleeftijd, krijgt een bonus. Maar wie vroeger wil stoppen, krijgt een malus: een vermindering van het pensioenbedrag.
Die malus geldt voor mensen die minder dan 7.020 dagen effectief gewerkt hebben (35 jaar halftijds werk). In theorie klinkt dat neutraal, maar in de praktijk treft het vooral vrouwen die deeltijds werkten onder 50% of tijdelijk stopten met werken om te zorgen.
Maar liefst 49% van de vrouwen riskeert een sanctie als zij met vervroegd pensioen gaan, omdat zij geen volledige loopbaan hebben opgebouwd. De bonus is voor veel vrouwen bovendien nauwelijks haalbaar: ze hebben minder vaak de mogelijkheid om nog drie extra jaren door te werken na de pensioenleeftijd. Tegelijk blijft de valorisatie van deeltijds werk beperkt tot vijf jaren vóór 2002. Structurele achterstand wordt dus niet weggewerkt, maar bevestigd.
Langdurige ziekte erkend, maar met veel onzekerheden
De hervorming erkent langdurige ziekte (meer dan vier weken) als een periode die meetelt voor pensioenopbouw. Dat is een belangrijke erkenning, zeker omdat 65% van de langdurig zieken vrouwen zijn. Bij vier op de tien vrouwen in invaliditeit gaat het om mentale aandoeningen zoals burn-out of depressie.
Wie blijft werken tot de wettelijke pensioenleeftijd, behoudt zijn of haar pensioenrechten bij ziekte. Maar wie vroeger wil stoppen, verliest pensioenrechten – ook na langdurige ziekte. Er wordt gesproken over een verzachting van dat verlies, maar hoe die er concreet zal uitzien is onduidelijk. Ook hier blijft onzekerheid en ongelijkheid bestaan.
De hervorming van het minimumpensioen treft vooral vrouwen
De nieuwe regels leggen strengere voorwaarden op voor het minimumpensioen. Er moet minimaal 10 of 20 jaar effectief gewerkt zijn om er recht op te hebben. Dit sluit heel wat vrouwen uit. Bij een drempel van 10 jaar verliest 38% van de vrouwen hun recht op het minimumpensioen, tegenover slechts 13% van de mannen. Bij een drempel van 20 jaar loopt meer dan 60% van de vrouwen het mis, tegenover 33% van de mannen.
Wie zorgt, valt ook hier buiten het systeem. De voorwaarden houden onvoldoende rekening met loopbanen die onderbroken zijn door zorgtaken.
Precaire jobs leveren nog minder op
Tegelijk voert het zomerakkoord andere maatregelen in die de positie van vrouwen in precaire arbeid nog verder verzwakken.
De minimale arbeidsduur om sociale rechten op te bouwen wordt afgeschaft, de duur van de werkloosheidsuitkering wordt beperkt, en nachttoeslagen verdwijnen. Dat treft sectoren zoals zorg, kinderopvang en schoonmaak – sectoren waar vrouwen (vaker kortgeschoold of met migratieachtergrond) sterk oververtegenwoordigd zijn.
Veel vrouwen worden zo gedwongen om vast te houden aan tijdelijke, deeltijdse of slecht betaalde jobs, uit vrees om hun sociale rechten te verliezen. Voor hen zijn aanvullende pensioenplannen of pensioensparen niet haalbaar. Tegelijk worden zij uitgesloten van basisbescherming binnen het pensioenstelsel.
In plaats van vrouwen in kwetsbare posities te ondersteunen, dreigt het beleid hen verder uit de arbeidsmarkt te duwen.
Wat moet er veranderen?
Het EF-FE (Economoe Féministe, Feministische economie)-netwerk (waaronder Vrouwenraad, Femma, Mode d’emploi, Vie Féminine, Ella, Wereldvrouwenmars België) vragen de regering om het pensioenbeleid bij te sturen in de richting van meer gelijkheid:
Erken zorgperiodes uit het verleden en de impact daarvan op loopbanen, ook ook vóór de invoering van formeel zorgverlof
Hou rekening met met alle vormen van deeltijdwerk én de onderliggende beperkingen — van jobs die enkel deeltijds bestaan tot onbetaalbare zorg en moeilijk combineerbare werk- en zorgtaken.Maak het minimumpensioen toegankelijker
Schaf de voorwaarde van 10 of 20 jaar effectief werk af of verzacht die aanzienlijk.Maak vervroegd pensioen mogelijk voor wie zorgt
Vooral voor mensen met een zware zorglast of een onderbroken loopbaan.- Bescherm de rechten van mensen in precaire jobs
Werk moet lonen, ook als het deeltijds, tijdelijk of fysiek zwaar is.
Vrouwen dreigen opnieuw te verliezen.
Zonder correcties dreigt deze hervorming vooral vrouwen die vandaag al in een kwetsbare positie zitten – alleenstaande moeders, vrouwen in deeltijdse of tijdelijke jobs, mantelzorgers, vrouwen met migratieachtergrond – verder te duwen in de armoede. Niet omdat ze niet gewerkt hebben, maar omdat hun werk niet werd erkend.
Als we werk willen maken van gelijkheid, moeten we erkennen dat zorg loont. Wie zorgt, draagt bij aan de samenleving. Het wordt tijd dat ons pensioenbeleid dat ook doet – in rechten, in waardering én in bescherming tegen armoede.
Bronnen:
- Statbel, 2023
- RIZIV - Statistieken Statistieken over arbeidsongeschiktheidsuitkeringen | RIZIV
- Vrouwenraad - pensioenhervormingen 2025
- Femma - Hoe de pensioenkloof tussen vrouwen en mannen dichten?
- FOD Sociale Zekerheid De pensioenkloof tussen mannen en vrouwen zou aanzienlijk groter zijn zonder minimumregelingen of gelijkgestelde periodes | Federale Overheidsdienst - Sociale Zekerheid
