Red onze kinderopvang!

Sarah Decoster - 30/01/2023
red-onze-kinderopvang

Tijdens de nationale betoging van de non-profitsector op 31 januari zet Femma samen met  Vrouwenraad, Rebelle, Furia en ZIJkant  haar schouders onder initiatieven om de kinderopvang te herwaarderen. We  pleiten voor werkbaar werk en een graduele daling van de kindratio.

Als de kinderopvang stopt, stopt het land met draaien. Zonder kwaliteitsvolle kinderopvang zijn het vooral vrouwen die  terug naar de haard gekatapulteerd worden. Daarom is het essentieel de arbeidsvoorwaarden in de kinderopvang te verbeteren. Op deze manier beschermen we de mensen die er al werken en kunnen we het beroep aantrekkelijker maken voor nieuwe mensen. Wachten tot het verkiezingsjaar 2024 is geen optie, nú handelen is de boodschap.

  1.  Hup naar 5

De werkdruk in de kinderopvang ligt te hoog. In plaats van vast te blijven hangen in een kip-of-eiverhaal kan er samen met werknemers uit de kinderopvangsector een stappenplan uitgetekend worden voor een graduele daling naar een ratio van maximum 5 kinderen per begeleider en maximum 4 kinderen als het de allerjongsten zijn en de begeleiders er alleen voor staan. Dit geeft kinderverzorgers en jonge ouders een perspectief, maakt de job aantrekkelijker voor sollicitanten (zowel pas-afgestudeerden, voormalige kindbegeleiders als zij-instromers) en zorgt ervoor dat baby’s en peuters (= onze toekomstige politici, leerkrachten en zorgverleners) in de eerste 1000 dagen de nodige individuele aandacht krijgen die ze verdienen.

Het verlagen van de kindratio kan niet losgekoppeld worden van de verbetering en gelijktrekking van de statuten van kindbegeleiders. Indien de kindratio daalt, moet een crèche nog voldoende werkingsmiddelen hebben om op een toegankelijke en kwaliteitsvolle manier kinderen op te vangen. 

Hierbij kan er een overgangs- of gedoogperiode voorzien worden waarbij sommige opvanginitiatieven wel nog zoveel kinderen kunnen opvangen als nodig is voor hun werking. Tegelijkertijd kunnen er pilootprojecten opgestart worden met kinderdagverblijven die nú de ratio al naar beneden willen. Enkel door dit uit te testen, kunnen we analyseren of dit een oplossing is om meer mensen aan of terug te trekken naar de sector.

2. Een eerlijk loon voor essentiële zorgarbeid

In de Septemberverklaring ijvert de Vlaamse regering voor de gelijktrekking van de statuten binnen de kinderopvangsector. Dit is een belangrijke stap, maar niet voldoende. Of je nu aan de slag bent in de kinderopvang met subsidiestatuut ‘trap’ 1, 2 of 3, als je werkt binnen een sector met een van de laagste lonen in België wordt je werk niet naar waarde geschat. Een beter loon moet ook hand in hand gaan met betere werkomstandigheden en een lagere kind-begeleiderratio.

Voorzie voor werknemers in de kinderopvangsector, eerlijke lonen, correcte (werknemers)statuten en gelijke arbeidsvoorwaarden voor de essentiële zorgarbeid die ze verrichten.

Hervorm en versterk de opleiding (zowel secundair als in het hoger onderwijs) en zorg voor loopbaankansen voor kindbegeleiders en onthaalouders. Geef ze meer kindvrije uren en pedagogische en logistieke ondersteuning.

3. Collectieve kinderopvang geeft vrouwen autonomie

De strijd voor de herwaardering van de kinderopvang loopt parallel met de strijd van vrouwen voor meer autonomie. Zowel in de kinderopvang als thuis blijft zorgarbeid on(der)betaald. Als de kinderopvang stopt, stopt België met draaien. In ons land werkt maar liefst 42% van de vrouwen deeltijds, tegenover 12% van de mannen. Als belangrijkste reden voor hun deeltijds werk, verwijzen de meeste vrouwen naar de zorg voor kinderen of andere afhankelijke personen.

Een toegankelijke, betaalbare en kwalitatieve kinderopvang is essentieel in de vrije keuze van vrouwen om zich te richten op hun loopbaan of zorg en als schakel in het netwerk van alleenstaande ouders. We verzetten ons tegen de commercialisering van de kinderopvang, een logica waarbij kinderopvang enkel als winstgevende activiteit wordt gezien die andere schakels van een economie doet draaien. Het is de publieke verantwoordelijkheid van onze overheid om een kwalitatieve kinderopvang te voorzien die de volledige samenleving ten goede komt. 

4. Mannen die zorgen zijn baanbrekers

Slechts 2,4% van de werknemers in de kinderopvang is man. Door betere arbeidsomstandigheden te voorzien wordt de job ook voor mannen aantrekkelijker. Ontwikkel daarnaast ook specifieke acties die stereotypen doorbreken over mannen die zorgen en die inzetten op recrutering van mannen naar de kinderzorgsector.

5. Veranker het recht op collectieve kinderopvang

Zorg dat kwalitatieve kinderopvang een afdwingbaar recht wordt voor elk gezin. Laat hen niet wachten tot ze 2,5 jaar zijn en recht hebben op een plek in de kleuterschool. Zeker voor kansarme gezinnen kan het recht op kinderopvang als basisvoorziening een bijdrage leveren aan het bestrijden van ongelijkheid. Kinderen uit gezinnen met de laagste inkomens in Vlaanderen maken maar half zo vaak gebruik van kinderopvang als die uit de rijkste gezinnen. 

Zowel het Europees Parlement als de Commissie erkent het belang van kinderopvang als basisvoorziening voor álle kinderen. In bv. Zweden en Finland is kinderopvang een basisvoorziening, een afdwingbaar recht. Dit betekent dat elk kind tussen de 1 en 5 jaar binnen de vier maanden na aanvraag een plek moet hebben. Is die plek er niet, dan kan de lokale overheid hiervoor vervolgd worden. 

6. Laten we positieve verhalen delen


Mensen die in de kinderopvang werken willen de best mogelijke basis meegeven voor het verdere leven van kinderen en hen helpen ontwikkelen. Ze zijn het aanspreekpunt voor ouders die met opvoedkundige vragen zitten en brengen hen in contact met andere ouders zodat ze hun netwerk verbreden en ervaringen kunnen delen. 

Het is dringend tijd om in de nieuwsberichten over de crisis in de kinderopvang ook te focussen op de positieve ervaringen van werknemers en hun pedagogische kennis en aanpak in de schijnwerpers te plaatsen. Zeker positieve ervaringen van mannelijke kindbegeleiders vormen een kans om het genderstereotiep denken over zorg te doorbreken en iedereen de kans te geven om te zorgen ongeacht diens gender.

De moeilijkheden in de kinderopvang zijn structureel van aard en liggen niet bij de werknemers zelf. Een lagere kindratio per begeleider geeft kinderverzorgers ademruimte en motivatie om de job te blijven doen waarvoor ze zich inzetten. Het biedt hen de ruimte om niet enkel basiszorg aan de kinderen te geven, maar hen effectief te ondersteunen in hun ontwikkeling. Dit maakt het voor hen aantrekkelijker om de job te blijven uitvoeren, gemotiveerd te blijven en anderen aan te sporen om zelf kindbegeleider te worden. 

 

Dit vind je misschien ook boeiend