Haakpatroon: Halloween heksje

Heksen! Die heerlijk onafhankelijke, tegendraadse vrouwen, die vertrouwen op hun eigen wijsheid en kracht. Halloween is hét moment om de heks in jezelf naar boven te halen. Dus waar wacht je nog op? Met wat garen en een beetje haakmagie tover je in een mum van tijd dit hippe, kleine heksje tevoorschijn. 

 

Benodigdheden:

  • Haakgaren voor de jurk en hoed (paars of groen), voor de huidskleur (lichtroze/crème of bruin) en voor het haar (oranje of zwart).
  • Een restje zwart garen om de ogen te borduren.
  • Een haaknaald.
  • Een stopnaald om de eindjes in te stoppen.
  • Een schaar.
  • Speelgoedvulling of stofrestjes voor het opvullen.

 

Tips:

  • Wanneer je kleine poppetjes (ook wel amigurumi genaamd) maakt, haak dan niet te los, zodat de vulling niet door de steken te zien is.
  • De instructies tussen rechte haken moeten zo vaak uitgevoerd worden als aangegeven na de laatste rechte haak.
  • Na de instructies voor elke ronde staat tussen ronde haakjes het totale aantal steken aan het einde van die ronde aangegeven. Zo kun je fouten op tijd opmerken en herstellen.
  • Instructies voor het maken van een schuifring of magische ring: zoek op YouTube “Magische ring haken haakinformatie.nl"

 

Afkortingen:

st. = steek/steken

v. = vaste(n)

stk. = stokje(s)

volg. = volgende

oms = maak een omslag

2 v. sam = haak 2 vasten samen (om 1 st. te minderen): steek je haaknaald in de voorste lus van de volg. st., steek je haaknaald in de voorste lus van de daarop volg. st., oms en haal een lus op door beide voorste lussen, oms en haal door de 2 lussen op je haaknaald

bobbel van 3 stk. = oms, steek haaknaald in volg. st., haal een lus op, oms en haal door 2 lussen op haaknaald, [oms, steek haaknaald in zelfde st., oms en haal een lus op, oms en haal door 2 lussen op haaknaald] 2 keer, oms en haal door alle 4 de lussen op haaknaald

 

Instructies

Lijfje en hoofd

Neem het garen in de kleur voor de jurk.

Maak een schuifring of magische ring.

Ronde 1: 6 v. in schuifring (6 st.) 

Ronde 2: [2 v. in volg. v.] 6 keer (12 st.)

Ronde 3: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. v.] 6 keer (18 st.)

Ronde 4: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. 2 v.] 6 keer (24 st.)

Ronde 5: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. 3 v.] 6 keer (30 st.)

Ronde 6: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. 4 v.] 6 keer (36 st.)

Ronde 7: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. 5 v.] 6 keer (42 st.)

Ronde 8: [1 v. enkel in de achterste lus van volg. v.] 42 keer (42 st.)

Ronde 9 en 10: [1 v. in volg. v.] tot einde (42 st.)

Ronde 11: [2 v. sam, 1 v. in volg. 5 v.] 6 keer (36 st.)

Ronde 12: [1 v. in volg. v.] tot einde (36 st.)

Ronde 13: [2 v. sam, 1 v. in volg. 4 v.] 6 keer (30 st.)

Ronde 14: [1 v. in volg. v.] tot einde (30 st.)

Ronde 15: [2 v. sam, 1 v. in volg. 3 v.] 6 keer (24 st.)

Ronde 16: [1 v. in volg. v.] tot einde (24 st.)

Ronde 17: [2 v. sam, 1 v. in volg. 2 v.] 6 keer (18 st.)

Vul het lijfje op. Vul verder op terwijl je voortwerkt.

Ronde 18: [1 v. in volg. v.] tot einde (18 st.)

Ronde 19: [2 v. sam, 1 v. in volg. v.] 6 keer (12 st.)

Ronde 20: [1 v. in volg. v.] tot einde (12 st.)

Verander in de laatste st. van ronde 20 van kleur: haal de laatste lus op met garen in huidskleur. Hecht het andere garen af. Hecht de uiteinden van beide strengen aan de binnenzijde van het haakwerk aan elkaar.

Ronde 21: [1 v. enkel in de achterste lus van volg. v.] tot einde (12 st.)

Ronde 22: [2 v. in volg. v.] tot einde (24 st.)

Ronde 23: [1 v. in volg. v.] tot einde (24 st.)

Ronde 24: [1 v. in volg. v.] 12 keer, 1 bobbel van 3 stk. in volg. st., [1 v. in volg. v.] 11 keer (24 st.)

Ronde 25 t/m 27: [1 v. in volg. v.] tot einde (24 st.)

Borduur met zwart garen de oogjes aan weerszijden van de neus, één rij boven de neus.

Ronde 28: [1 v. in volg. v.] tot einde (24 st.)

Ronde 29: [2 v. sam, 1 v. in volg. 2 v.] 6 keer (18 st.)

Vul het hoofdje op. Vul verder op terwijl je voortwerkt.

Ronde 30: [2 v. sam, 1 v. in volg. v.] 6 keer (12 st.)

Ronde 31: [2 v. sam in volg. st.] tot einde (6 st.)

Hecht af en rijg de draad door de steken van de laatste ronde. 

Hou het poppetje ondersteboven en hecht aan in een onbewerkte voorste lus van ronde 8. Haak een volledige ronde van vasten in de voorste lussen van ronde 8 (42 st.) Haak een tweede volledige ronde van vasten (42 st.) Hecht af en werk het losse draadje weg. 
Dit is de onderrand van de jurk die ervoor zorgt dat het poppetje recht blijft staan.

HANDJES EN ARMEN

Neem het garen voor de huidskleur.

Maak een schuifring of magische ring.

Ronde 1: 6 v. in de schuifring (6 st.)

Ronde 2 en 3: [1 v. in volg. v.] tot einde (6 st.)

Verander in de laatste st. van ronde 3 van kleur: haal de laatste lus op met garen in de kleur van de jurk. Hecht het andere garen af. Hecht de uiteinden van beide strengen aan de binnenzijde van het haakwerk aan elkaar.

Ronde 4 t/m 6: [1 v. in volg. v.] tot einde (6 st.)

Duw de randen van de arm op elkaar en haak met 2 v. aan elkaar. Hecht af. Hou een lange draad over om de arm aan het lijfje te naaien.

Naai beide armen aan weerszijden van het lijfje.

HOED

Neem het garen in de kleur voor de hoed.

Maak een schuifring of magische ring.

Ronde 1: 6 v. in de schuifring (6 st.)

Ronde 2 t/m 4: [1 v. in volg. v.] tot einde (6 st.)

Ronde 5: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. v.] 3 keer (9 st.)

Ronde 6: [1 v. in volg. v.] tot einde (9 st.)

Ronde 7: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. v.] 3 keer (12 st.)

Ronde 8: [1 v. in volg. v.] tot einde (12 st.)

Ronde 9: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. v.] 3 keer (15 st.)

Ronde 10: [1 v. in volg. v.] tot einde (15 st.)

Ronde 11: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. v.] 3 keer (18 st.)

Ronde 12: [1 v. in volg. v.] tot einde (18 st.)

Ronde 13: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. v.] 3 keer (21 st.)

Ronde 14: [1 v. in volg. v.] tot einde (21 st.)

Ronde 15: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. v.] 3 keer (24 st.)

Ronde 16: [1 v. in volg. v.] tot einde (24 st.)

Ronde 17: [2 v. in volg. v., 1 v. in volg. v.] 3 keer (27 st.)

Ronde 18: [1 v. in volg. v.] tot einde (27 st.)

Ronde 19: [1 v. in voorste lus van volg. v.] tot einde (27 st.)

Ronde 20: [2 v. in volg. v.] tot einde (54 st.)

Ronde 21 en 22: [1 v. in volg. v.] tot einde (54 st.)

Hecht af. Werk het losse draadje weg.

HAAR

Neem het garen met de kleur voor het haar.

Knip 27 strengen van ongeveer 10 cm.

Vouw een streng dubbel en haal het midden ervan met de haaknaald een klein stukje door een onbewerkte achterste lus van ronde 19 van de hoed. Haal met je haaknaald de twee uiteinden van de streng door de lus en trek aan, zodat de streng om de achterste lus vast komt te zitten. 

Bind op die manier elk van de 27 strengen aan een achterste lus van ronde 19. Knip 6 strengen naast elkaar wat korter om een froufrou te maken. 

Zet de hoed op het hoofd, met de froufrou boven het gezichtje van de heks. 

Naai de hoed op het hoofd. 

Rafel de strengen uit om het haar meer volume te geven. 

Je Halloween heksje is klaar!

Patroon: Kathleen Verbiest, oktober 2025 (kathleenverbiest@mailfence.com)